Wanneer meerdere melders van een zelfde persoon last hebben wil je op enig moment als vertrouwenspersoon een signaal afgeven. Noem niet mijn naam. zeggen de melders. Kun je dan wel de naam van de vermeende veroorzaker noemen? Zie de vorige column 'Noem niet mijn naam!'
Lees de waardevolle reacties. Het zal je zeker helpen bij de eigen morele afweging, wanneer jij zelf voor dit dilemma staat.
Hij voorziet deze vier argumenten nog van de volgende, aanvullende toelichting:
Ik kan mij grotendeels vinden in de inhoud van de column. Het belicht het dilemma op een evenwichtige wijze en je artikel is goed onderbouwd. Het is naar mijn mening de moeite waard om hierover te discussiëren. Vooral als de directeur inziet dat dit eigenlijk misschien niet mag, maar dat niets doen ook geen oplossing biedt, is het het proberen waard. De hoofdregel dat je de namen van de melders niet noemt blijft van kracht. De directeur zal beseffen welke gevolgen het noemen van zijn naam voor een beklaagde kan hebben, en hij kan daar extra aandacht aan besteden. Bovendien geldt bij veel meldingen: hoe sneller je actie onderneemt (bijvoorbeeld door gesprekken met betrokkenen te gaan voeren), hoe meer ellende je kunt voorkomen. Sommige situaties, waarbij je als het ware in een houdgreep vastzit, kunnen jaren duren. Dat kan veel stress veroorzaken en ziekmakend zijn. Dit maakt dat een organisatie er een groot belang bij heeft om uit zo'n situatie te komen en de zich voordoende impasse te doorbreken.
Het noemen van de naam van een beklaagde vind ik lastig. Dit komt vooral doordat de Landelijke Vereniging voor Vertrouwenspersonen weinig duidelijkheid geeft over wanneer dit is toegestaan. Zolang dat onduidelijk blijft, ga ik daar erg voorzichtig mee om. Ik hoop dat de Landelijke Vereniging meer richting gaat geven. Voor mij geldt dat ik in basis niet de naam van een beklaagde zal noemen als melders zelf anoniem willen blijven. Hoewel we er voor de melder zijn, hebben we ook een rol in de sociale veiligheid van alle medewerkers, ook de beklaagde. Ook deze moet zich veilig voelen om in de toekomst, als deze ergens tegenaan loopt op het werk, naar mij toe te gaan. Het draagt niet bij aan het gevoel van veiligheid van de beklaagde als de vertrouwenspersoon met naam en toenaam een signaal afgeeft waarbij de melders zelf niet bekend zijn. Daarnaast breng je de organisatie ook in een lastige positie. Die kunnen de melders niet horen en opvolging met persoonsgerichte interventies of onderzoeken zijn dan vanwege de aspecten van een zorgvuldige procesgang, zoals hoor en wederhoor, vaak niet mogelijk. Zoals Mariëtte Hamer ook schrijft in de handreiking. Zelfs als de beschuldigde eerder soortgelijk gedrag heeft vertoond en de organisatie wel maatregelen zou willen nemen zoals demotie of ontslag, is de kans aanwezig dat dit in rechtszaal geen stand houdt door gebrek aan bewijs. Het kan ook gebeuren dat je als vertrouwenspersoon betrokken raakt in een rechtszaak en moet getuigen of documenten moet aanleveren voor de organisatie, waardoor je partij wordt in een conflict. Dan is het moeilijk om het goed te doen. Ik denk dat we het probleem moeten laten waar het hoort. Wij zijn niet verantwoordelijk voor het probleem of de oplossing. Ik zou in basis een anoniem signaal afgeven, en als de organisatie dat moeilijk vindt, vragen wat ze kunnen bieden om melders uit hun anonimiteit te laten stappen. Dit kan bijvoorbeeld met een garantiebrief dat ze geen nadeel zullen ondervinden. Of met de opties die in de column worden genoemd. Alleen in gevaarlijke situaties of bij ernstige misdrijven of bij een angstcultuur die breed wordt gevoeld en dus een misstand zou kunnen zijn, zou ik de naam noemen.
Ik heb meerdere keren een signaal afgegeven met naam, en doe dit meestal wanneer ik meer dan vier meldingen over hetzelfde probleem krijg. Deze signalen stuur ik altijd naar het CvB van een stichting of bedrijf. Het probleem waar ik tegenaan loop, is dat het CvB vaak de directeuren beschermt. Wanneer ik het signaal mag toelichten, hoor ik uitspraken als: Het gaat maar om tien melders op een totaal van 120 medewerkers, dus dat is te verwaarlozen. Wij als CvB en collega's herkennen dit niet, wij kennen de directeur als iemand die empathisch is en altijd de veiligheid waarborgt. Directeuren en leidinggevenden zijn tegenwoordig een gemakkelijk doelwit van klachten. Wij voelen ons steeds onveiliger. De directeur is erg ontdaan. Weten de melders wel wat ze hem/haar hiermee aandoen? Hij kan zich niet verdedigen. Door deze reacties voelen melders zich voor mijn gevoel meteen achtergesteld. Ik geef dan ook aan dat elke melding er een te veel is, dat medewerkers net zo belangrijk zijn als de directeur, en dat er onderzoek moet worden gedaan naar het signaal. Helaas kan ik niet meer doen dan dit advies geven en hopen dat ze het opvolgen. Na een tijdje komen gefrustreerde medewerkers bij mij terug en geven aan dat er niets is veranderd en dat ze zich niet serieus genomen voelen. Of er wordt een onderzoek gestart, maar zonder resultaat. Sommige medewerkers besluiten ontslag te nemen, anderen wachten hun tijd wel af. Ik moedig hen aan om meldingen te blijven doen, zelfs als het de tweede, derde of vierde keer is. Ik kan dan opnieuw naar het CvB stappen en aangeven dat er niets is veranderd na het signaal en dat het probleem nog steeds speelt. Ook heb ik ongevraagd advies gegeven aan een directeur dat er nog steeds meldingen binnenkomen over een eerder signaal. Dit werd goed ontvangen, omdat in dit geval de directeur wel bezig was met veranderingen, maar die nog niet zichtbaar waren voor de medewerkers. Kortom, ik vind het frustrerend en moeilijk om met een CvB of directeur om te gaan die problemen naar mijn idee niet goed aanpakt. Welke opties heb ik als vertrouwenspersoon nog om een signaal kracht bij te zetten en hoe kan ik een CvB of directeur tot actie bewegen zonder dat ik te ver doorschiet in mijn rol?
Bij zowel vertrouwenspersonen als juristen bestaan er tegengestelde meningen over het noemen van de naam van beklaagden. We zien dat betrokkenen vaak een genuanceerd standpunt hebben, waarbij hun meningen afhangen van de specifieke omstandigheden die zich voordoen in een casus. De belangrijkste les voor vertrouwenspersonen is dat het in de praktijk niet altijd makkelijk is om te bepalen of het noemen van de naam de juiste keuze is. Het blijft een moreel dilemma dat vraagt om een zorgvuldige afweging van alle bovengenoemde zaken.
Wil je reageren, mail me dan: info@trainingvanoss.nl
Hartelijke groet, Marcel van Oss Directeur/ trainer VAN OSS & PARTNERS | OPLEIDING VERTROUWENSPERSOON www.opleidingvertrouwenspersoon.nl
Stop seksuele intimidatie!
info@trainingvanoss.nl
T: 073 - 612 74 73
Inschrijven voor cursus
Aanmelden nieuwsbrief
Contact opnemen
Volg je bij ons een e-learning of de basisopleiding met e-learning modules?
Inlog e-learning